Pagina's

zondag 9 juni 2013

Nisargadatta Maharaj

Je hoeft alleen de persoon die je denkt dat je bent, te zien als een deel van de wereld die je binnen je geest waarneemt, en daarna kun je van buitenaf kijken naar de geest, want die ben je ook niet. Tenslotte bestaat je enige probleem eruit dat je je zo gretig identificeert met wat je waarneemt. Geef die gewoonte op en hou je steeds voor ogen dat je dat niet bent wat door jou wordt waargenomen-gebruik je mogelijkheden om scherp en van een afstand naar de geest te kijken. Zie jezelf in alles wat leeft, dan zullen je handel en wandel je visie tot uitdrukking brengen. Zodra je je realiseert dat er in deze wereld niets is dat je je eigendom zou kunnen noemen, ga je de dingen zien als van buitenaf, zoals je naar een toneelstuk kijkt of naar filmbeelden-met plezier en verwondering, en toch niet echt diep bewogen.
Zolang je je verbeeldt dat je iets materieels bent, een ding tussen andere dingen, dat echt in tijd en ruimte bestaat, een kwetsbare eendagsvlieg, dan wil je natuurlijk graag langer leven en groeien. Maar als je weet dat je tijd en ruimte te boven gaat-dat je er alleen contact mee hebt op dit punt, hier en nu, maar verder de essentie van alle dingen bent en allesomvattend, ongenaakbaar en weergaloos, onaanvechtbaar en onkwetsbaar-dan ken je geen angst meer. Ken jezelf zoals je bent; tegen angst bestaat geen ander geneesmiddel.
Als je niet in deze richting leert denken en voelen blijf je eindeloos ronddraaien op het persoonsniveau van angsten en verlangens, winnen en verliezen, groeien en aftakelen. Een persoonsprobleem kan niet op zijn eigen niveau worden opgelost. Het verlangen om te leven is een boodschap van de dood, net zoals het verlangen om gelukkig te zijn het silhouet van de pijn is. De wereld is een zee van pijn en angst, van zorg en wanhoop. Plezier is als een vis: er zijn er weinig en die zijn snel, ze komen maar zelden en ze verdwijnen voordat je het weet. Iemand die niet intelligent is gelooft tegen alle bewijzen in dat hij een uitzondering is en dat de wereld hem geluk verschuldigd is. Maar de wereld kan je niet geven wat hij zelf niet heeft; hij bestaat tot de kern uit illusie en daardoor kan hij nooit echt geluk brengen. Hoe zou dat ook kunnen? Wij zijn op zoek naar Realiteit omdat we ongelukkig zijn met het irreĆ«le. Geluk is wat we wezenlijk zijn, en we zullen nooit rusten voordat we het vinden. Maar zeldzaam is degenen die weet waar hij moet zoeken. Pas als je begrepen hebt dat de wereld niets anders is dan een onjuiste visie van de Realiteit, en dat hij niet is wat hij lijkt te zijn, wordt je vrij van zijn obsessie.
Alleen wat in harmonie is met wat je wezenlijk bent kan je gelukkig maken-maar de wereld zoals jij die ziet is de regelrechte ontkenning daarvan.
Blijf heel rustig, en kijk naar alles wat aan de oppervlakte van de geest verschijnt. Verwerp alles wat je al kent. Verwelkom wat je nog niet kende en verwerp dat daarna ook. Zo kom je bij een toestand uit, waar geen mentale kennis meer is, alleen-zijn-waar "zijn" en "kennen" twee woorden voor hetzelfde zijn. Kennen door zijn is directe kennis, gebaseerd op de eenheid tussen waarnemer en het geziene. Indirecte kennis is gebaseerd op gewaarwordingen en geheugen, op de kenner die zich in de nabijheid van het gekende bevindt, en die kennis wordt beperkt tot het contrast tussen die twee. Hetzelfde geldt voor geluk. Gewoonlijk moet je droevig zijn om vreugde te kennen en blij om droefheid te kennen. Maar echt geluk heeft geen oorzaak en kan niet verdwijnen als er geen stimulans is. Het is niet het tegengestelde van droefheid maar het omvat alle lijden en droefheid..

Geen opmerkingen:

Een reactie posten