Pagina's

zondag 25 mei 2014

Vervreemden van het één en het ander

Vanuit het zich-afgescheiden-denken te zijn is er sprake van omarmen of afwijzen als een keuze op grond van rationele of gevoelsmatige afwegingen. Vanuit het zich reeds verbonden weten lijkt het steeds ook op omarmen en afwijzen in afwisseling. Misschien nog wel sterker en vaker dan vanuit het afgescheidenheidsdenken. In het afgescheidenheidsdenken houden we wel of niet van een ander en dat willen we op de een of andere manier zo laten. Dat is tenminste duidelijk. We willen onszelf graag als een consequent en standvastig persoon zien en worden ook graag zo gezien.
Vanuit het reeds-verbonden-weten-te-zijn is er in het afwijzen een onderliggende intentie naar herkenning van deze verbondenheid, gelijkheid en gelijkwaardigheid. Het is geen afwijzing in de zin van het neerzetten en veroordelen tot een iemand die er niet (meer) bij hoort. Afwijzing, maar ook omarming in het afgescheidenheidsdenken vinden plaats vanuit een gevoeld gemis of frustratie. We voelen ons er niet bij horen. We voelen ons dan ook niet zelden zelf afgewezen. Niet vreemd wanneer we dat zelf bewerkstelligd hebben o.i.v. schade, schande en/maar ook noodzaak.
Tja, van het één komt het ander, maar we hoeven niet van het één te vervreemden..

Geen opmerkingen:

Een reactie posten