Alleen een mens die vanuit een constante, diepe rust,
verdriet en vreugde even gelijkmoedig aanvaardt, is onsterfelijk terwijl hij leeft.
Dat wat is, zal nooit ophouden te bestaan;
dat wat niet is, zal nooit zijn.
Zij die essentie en toeval, substantie en schaduw,
van elkaar kunnen onderscheiden, weten dat dit waar is.
Onthoud dat het leven onverwoestbaar is:
alles is van leven vervuld;
het kan nergens, op geen enkele manier,
minder worden, ophouden of veranderen.
Maar deze vluchtige lichamen, vervuld
van deze onsterfelijke eindeloze, oneindige geest,
zullen vergaan. Laat hen vergaan, O Prins, en vecht!
Hij die zegt: "O! Ik heb een mens gedood!"
of hij die denkt: "O! Ik ben vermoord!" weten allebei niets!
Leven kan niet doden.
Leven kan ook niet gedood worden!
De geest is nooit geboren;
en de geest zal nooit ophouden te bestaan.
Er is nooit een tijd geweest dat hij er niet was;
einde en begin zijn alleen maar een droom..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten