ARTIKEL
27
Dankzij de intelligentie is in ieder mens een
scherpte aanwezig om te kunnen zien dat het benoemen van de ware natuur als
‘goed’ en het opmerken van het voorafgaan van deze Verklaring aan die van 1948,
niet een subtiele poging is om opnieuw ‘hoger’ of ‘superieur’ te zijn. Het aldus
benoemen is alleen maar een verwijzing naar het conceptloze, dat nu eenmaal
voorafgaat aan concepten, en daardoor ook aan alle machtsfenomenen. De huidige
Verklaring valt door zijn nadruk op het conceptloze niet onder ‘kerk’ (in de
combinatie ‘kerk en staat’). Kerken en godsdiensten kunnen niet zonder concepten
– of, anders gezegd: zonder concepten zouden alle godsdiensten het volledig met
elkaar eens zijn..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten